Rheingold (1993:3) geeft aan dat mensen in virtual communities praktisch hetzelfde doen als in het echte leven. Maar waarom voelen zij dan de behoefte om hiervoor de virtuele wereld op te zoeken? Sproull & Faraj (1997:39-40) benoemen drie belangrijke kenmerken van virtuele communities waar gewone communities niet over beschikken, namelijk: 1) de fysieke locatie is niet relevant om deel te kunnen nemen, 2) de meeste deelnemers zijn relatief anoniem en 3) er zijn vrijwel geen logistieke en sociale kosten verbonden aan de deelname. Hieruit kunnen we afleiden dat de drempel om deel te nemen aan een virtual community relatief laag is in vergelijking tot ‘offline’ communities.
De voornaamste doelen voor de deelname aan virtual communities zijn volgens Bagozzi & Dholakia (2002:3) functioneel gedreven, of komen voort uit vermaak. In het geval van vermaak zijn de deelnemers op zoek naar de creatie of consumptie van positieve ervaringen door middel van interactie. Het functionele doel richt zich met name op een wederzijdse uitwisseling van nuttige informatie. Koh & Kim (2004:157) gaan met name uit van de functionele rol door te stellen dat het delen van informatie of kennis het voornaamste doel van de groep is. De symbiose in de kennisuitwisseling kan tweeledig zijn; enerzijds gebruiken mensen virtual communities voor het ophalen van informatie en kennis, anderzijds voor het verspreiden van informatie en kennis (Ridings et al., 2002:274).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten